Advies
een vraag over de toepassing van het woonplaatsbeginsel in de jeugdwet
In afwachting van de wijziging van het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet (1 januari 2022) komen wij nog steeds veel vragen tegen over de toepassing van het huidige woonplaatsbeginsel in de praktijk.
Vraag: hoe zit het als een vader in Duitsland woont, moeder in Nederland en het kind vrijwillig uit huis is geplaatst. Het kind woonde voor de uithuisplaatsing bij moeder.
Antwoord: De Jeugdwet is van toepassing op alle in Nederland verblijvende jeugdigen (artikel 1.3 Jeugdwet) en dat is de basis van de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid voor de jeugdige die jeugdhulp nodig heeft. Vervolgens is voor de bepaling welke gemeente verantwoordelijk is, op basis van het stappenplan, allereerst van belang om vast te stellen of het gezag bij ouders ligt. Vervolgens is van belang, als het hoofdverblijf niet bij een van de gezaghebbende ouders is, wat het laatst verbleven adres van de jeugdige is (verwijzing naar stap 2). Vervolgens leidt dit ertoe dat de gemeente van de woonplaats van de ouder bij wie het laatstelijk heeft verbleven verantwoordelijk is. In dit geval de gemeente waar moeder woont.
Heb je vragen over het woonplaatsbeginsel of behoefte aan advies? Neem dan gerust contact met ons op.